Digitaal bezoek

Zorgmaatregelen

Ons zorgcontinuüm voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte ziet er zo uit:

Brede basiszorg

Binnen de brede basiszorg willen wij inzetten op het leren van alle leerlingen. Een sterke basisdidactiek en een krachtige leeromgeving vormen het vertrekpunt van een rijk zorgcontinuüm. Wij zullen de lat hoog leggen voor iedereen, maar waar nodig remediëren en differentiëren. Hier en daar zullen we binnen de brede basiszorg zelfs al compenseren. 
  • “Remediëren” betekent “individuele leerhulp aanbieden om leerachterstand te vermijden”. 
  • “Differentiëren” betekent “variatie aanbrengen in de leerstof en de didactische aanpak”. 
  • “Compenseren” betekent “hulpmiddelen toelaten” 
De individuele leerkracht is bij de brede basiszorg de spilfiguur. We geloven vooral in groeimogelijkheden bij alle kinderen.
Van volgende punten maken we onze standaard
Elke leerkracht: 
  • deelt veranderingen in het dag- en lesverloop tijdig mee: wijzigingen in lessen en lokalen, meebrengen van benodigdheden, … 
  • geeft de nodige structuur (helpt bij het opsplitsen in deeltaken) en duidt de essentie van de leerstof aan. 
  • benadrukt die essentie en legt ze duidelijk uit. 
  • biedt de leerstof zoveel mogelijk auditief én visueel aan. 
  • heeft oog voor de aandacht in de les, het begrijpen van de leerstof en het beheersen van de vaardigheden. 
  • zorgt er mee voor dat de leerlingen kunnen beschikken over correcte, leesbare en goed gestructureerde notities. 
  • bezorgt de leerlingen specifieke, vakgerelateerde studietips. 
  • ziet er elke les op toe dat de deadlines goed ingevuld worden in de planningsagenda. Leerlingen van de eerste, tweede en derde graad die de deadlines vaak niet halen, worden verplicht hun planning uit te schrijven. 
  • vult het lesonderwerp evenals de taken en toetsen in Smartschool in. Hij doet dat ten laatste de dag dat de les gegeven wordt voor 16.30 uur. 
  • gebruikt voor alle bezorgde teksten (leerstof, toetsen en examens) het lettertype Verdana 11 met een duidelijke interlinie 1,15 en zonder cursieve tekst. 
  • stelt examens op waarvoor maximaal 80% van de beschikbare tijd nodig is om het af te leggen. 
  • spoort de leerlingen aan om vragen te stellen over leerstofonderdelen die zij niet begrijpen. 
  • verduidelijkt tijdig de mondelinge examens (wanneer, waar, hoeveel tijd, inhoud, …). 
  • geeft bij open vragen in toetsen en examens de leerling toelichting als hij erom vraagt. 
  • wijst de leerlingen erop dat ze bepaalde vragen niet of onvolledig hebben ingevuld. 
  • sanctioneert spelfouten bij niet-taalvakken niet, tenzij het om vakspecifieke terminologie gaat. Spelfouten worden wel steeds aangeduid. 
Leerlingen met geattesteerde dyslexie
  • De leerling kan aan de leerkracht vragen om de cursus, de powerpointpresentaties, de opdrachten of vragen en de oplossingen via e-mail door te sturen, indien ze digitaal beschikbaar zijn. Voor de digitale handboeken van ADIBib zorgen de leerlingen zelf. 
  • De leerling noteert op een toets of taak links boven de hoofdletter M (van maatregelen) als geheugensteuntje voor de leerkracht tijdens het verbeteren. 
  • De leerling krijgt bij toetsen 20% meer werktijd OF 20% minder opdrachten. 
  • De leerling kan vragen om de toets- en examenvragen te laten voorlezen. 
  • De leerling mag aan de toezichthoudende leraar vragen om zijn examen mondeling toe te lichten zodat de leerling zeker is dat wat hij zegt ook geschreven staat. 
  • Spelfouten worden nooit aangerekend tenzij de opdracht die specifieke spelvaardigheid toetst. 
  • Bij het maken van taken thuis, maakt de leerling gebruik van tekstverwerking (Word) en geavanceerde dyslexiesoftware (Sprint).
    Wij verwachten dat de leerling de taken doorstuurt via Smartschool. 

Volgende twee maatregelen gelden ook zonder enige discussie. Maar ouders en leerlingen moeten wel schriftelijk aan de directeur leerlingenzorg laten weten dat ze er gebruik van willen maken. 
  • Bij het noteren en het maken van oefeningen en (herhalings-)toetsen in de klas, maakt de leerling gebruik van tekstverwerking (Word) en geavanceerde dyslexiesoftware (Sprintplus). Wij verwachten dat de leerling
    • zijn eigen laptop meebrengt. 
    • het gekregen vertrouwen niet schaadt door (herhalings)toetsen op zijn laptop op te slaan en/of ze door te spelen aan anderen. 
    • de oefeningen en toetsen op een stick aan de leerkracht afgeeft. (De leerkracht zorgt in de klas voor de stick.) 
  • Bij het afleggen van schriftelijke examens, maakt de leerling gebruik van tekstverwerking (Word) en geavanceerde dyslexiesoftware (Sprintplus).
    De examens vinden plaats in de examen-Sprintplus-klas. De leerling 
    • legt het examen af op een pc van de school. 
    • gebruikt geen internet. 
    • print op het einde zijn kopij en geeft ze af aan de toezichthoudende leerkracht. 
Ex OKAN-leerlingen
  • De leerling noteert op een toets of taak links boven de hoofdletter M (van maatregelen) als geheugensteuntje voor de leerkracht tijdens het verbeteren. 
  • De leerling krijgt bij toetsen 20% meer werktijd of 20% minder opdrachten. 
  • De leerling mag de vakleerkracht steeds vragen om een vraag op een toets of een examen te parafraseren. Dit betekent dat de zin in andere woorden wordt geherformuleerd zodat hij voor hem duidelijk wordt. 
  • De leerling mag steeds zijn specifiek woordenboek gebruiken bij taken, toetsen en examens. Dit belet echter niet dat hij een vraag tot parafrasering mag stellen. 
  • De leerling krijgt een overzicht van de leerstof vooraf zodat hij/zij zich op de les kan voorbereiden. 
  • Indien de leerlingen zelfstandig notities moeten nemen, krijgt de ex OKAN-leerling tijdig notities en/of oplossleutels aangeboden van de leerkracht, indien ze digitaal beschikbaar zijn. 
  • De leerling krijgt voor mondelinge examens meer voorbereidingstijd. 
  • De leerstof van bepaalde vakken wordt “ontstoft”. Deze maatregel geldt zeker voor taalvakken waar leerlingen een grote achterstand hebben. 
  • Bij de taalvakken worden minstens de leesopdrachten sterk gereduceerd. 
Leerlingen met geattesteerde dyscalculie
  • De leerling noteert op een toets of taak links boven de hoofdletter M (van maatregelen) als geheugensteuntje voor de leerkracht tijdens het verbeteren. 
  • De leerling mag steeds bij hoofdrekenen tussenoplossingen uitrekenen en een zakrekenmachine gebruiken. 
  • De leerling krijgt bij toetsen van wiskunde en positieve wetenschappen 20% meer werktijd of 20% minder opdrachten. 
  • Bij rekenfouten wordt de redenering altijd gehonoreerd.
Leerlingen met geattesteerde AD(H)D
  • De leerling noteert op een toets of taak links boven de hoofdletter M (van maatregelen) als geheugensteuntje voor de leerkracht tijdens het verbeteren. 
  • Indien het moeilijk is om tijdens de les zelf nota’s te nemen en tegelijk te luisteren, begeleidt de leerkracht de leerling bij het kopiëren van de aantekeningen van een medeleerling. 
  • De leerling krijgt een voor hem ‘goede’ werkplek in de klas. 
  • Toetsvragen worden steeds schriftelijk ter beschikking gesteld of geprojecteerd. 
  • De leerling krijgt bij toetsen 20% meer werktijd OF 20% minder opdrachten. 
  • De leerling mag aan de toezichthoudende leraar vragen om zijn examen mondeling toe te lichten zodat de leerling zeker is dat wat hij zegt ook geschreven staat. 
  • De leerling mag bij toetsen, examens of zelfstandig werk gebruik maken van een koptelefoon of oordopjes om binnendringend geluid te weren. 
  • Bij een langetermijnopdracht wordt de leerling hieraan regelmatig herinnerd. 
  • De leerling kan en mag gebruik maken van de “stille ruimte” tijdens alle pauzes tussen 7 en 17.30 uur. 
Geattesteerde hoogbegaafde leerlingen
Deze leerlingen kunnen zich inschrijven voor het Zeppelinproject. 
  • Het Zeppelinproject omvat een heel gamma aan thema’s en werkvormen. De Zeppeliners kunnen kiezen tussen twee trajecten: 
    • het korte traject waarbij de gevolgde modules ingaan op typische problemen die hoogbegaafden kunnen tegenkomen
    • of het lange traject waarbij deze modules worden aangevuld met modules die meer cognitieve uitdaging bieden. 
  • Twee lesuren per week kunnen ze zelfstandig of onder begeleiding van een coach aan een project werken. Ook psychosociale vaardigheden en studiemethode komen aan bod. 
  • In de derde graad komt daar ook de optie bij om lessen bij te wonen bij andere richtingen (voor maximaal 4 uur per week), of een vak te volgen aan de universiteit (alleen voor zesdejaars). 
  • De gemiste lessen halen de leerlingen zelfstandig in. 
Geattesteerde leerlingen met ASS
  • Er wordt de nodige aandacht besteed aan veranderingen of wijzigingen in het dagverloop (bv. concretiseren van daguitstappen, tijdig mededelen van filmvoorstellingen, enz.). 
  • De leerling krijgt een ‘goede’ werkplek in de klas, liefst dicht bij de leerkracht, verwijderd van raam of deur. 
  • De leerkracht gebruikt zoveel mogelijk concrete taal, taal waarbij je een beeld kan zien. Figuurlijk taalgebruik wordt aangevuld met de letterlijke betekenis, tenzij dit deel uitmaakt van de leerstof (bv. zegswijzen). 
  • Groepsopdrachten worden intenser opgevolgd bij deze leerlingen: 
    • de leerkracht bepaalt groepssamenstelling 
    • bij de verdeling van de taken verduidelijkt de leerkracht mee wie welke taak op zich neemt en volgt deze afspraken ook mee op. 
  • Er wordt extra aandacht besteed aan de integratie van de leerling in de klasgroep. Concrete observaties kunnen aanleiding geven tot overleg met leerlingbegeleiding, leerling en ouders. 
  • De leerling vindt een vertrouwenspersoon in de ondersteuner, de klasleraar of de leerlingbegeleider. Op de speelplaats is er een extra verbinding met de opvoeder van het betreffende jaar. 
  • De leerling kan en mag gebruik maken van de “stille ruimte” tijdens alle pauzes tussen 7 en 17.30 uur. 
  • Indien er digitale cursussen voorhanden zijn, krijgt de leerling hier toegang toe. 
  • Indien het moeilijk is om tijdens de les zelf nota’s te nemen en tegelijk te luisteren, kan de leerkracht de aantekeningen van een medeleerling laten kopiëren. 
  • De leerling noteert op een toets of taak links boven de hoofdletter M (van maatregelen) als geheugensteuntje voor de leerkracht tijdens het verbeteren. 
  • De leerling krijgt bij toetsen 20% meer werktijd of 20% minder opdrachten. 
  • De leerling mag bij toetsen, examens of zelfstandig werk gebruik maken van een koptelefoon of oordopjes om binnendringend geluid te weren. 
  • Mondelinge examens worden tijdig verduidelijkt (wanneer, waar, hoeveel tijd, inhoud). 
  • De leerkracht geeft de leerling een tweede kans indien hij vragen fout heeft geïnterpreteerd of totaal naast de zaak antwoordt. 
  • De leerling heeft bij open vragen het recht om toelichting te vragen. 

Verhoogde zorg

Indien de brede basiszorg niet volstaat om aan de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling te voldoen, kunnen nog andere maatregelen in overweging genomen worden. Deze individuele onderwijsbehoeften worden door de ouders gemeld aan de directeur leerlingenzorg. De extra compenserende of dispenserende maatregelen worden steeds genomen na overleg tussen directie, ouders, leerling, klassenraad, interne leerlingenbegeleiders, CLB en/of externe begeleiders. 
  • Compenseren betekent hulpmiddelen toelaten. 
  • Dispenseren betekent bepaalde onderdelen van het leerprogramma schrappen en waar mogelijk vervangen door iets gelijkwaardigs. 
Na goedkeuring door de klassenraad, worden de afspraken schriftelijk vastgelegd in een zorgcontract, opgemaakt door de directeur leerlingenzorg. Vervolgens noteert de klasleraar deze extra maatregelen in het leerlingenvolgsysteem en passen alle betrokken leerkrachten ze toe. 

Deze bijkomende individuele maatregelen kunnen, indien nodig, altijd aangepast worden op vraag van één van de betrokkenen. 

Deze werkwijze geldt voor: 
  • problematieken zoals vernoemd in de brede basiszorg waarvoor echter geen attest voor handen is 
  • problematieken zoals vernoemd in de brede basiszorg met attest, maar waarvoor de maatregelen nog niet voldoende zijn 
  • andere leer- of ontwikkelingsproblemen dan de hierboven vernoemde. 

Uitbreiding van zorg

Indien er nog specifiekere hulp nodig is, neemt het CLB de “regie” over. 
Dan is er mogelijk sprake van een handelingsgerichte diagnostiek met bijhorend handelingsplan. 
Een gemotiveerd verslag M-decreet door het CLB opgesteld maakt het inschakelen van externe ONWOB-hulp op school mogelijk. 
Samen met u kunnen we de vraag stellen of de nodige aanpassingen nog redelijk zijn, en of het niet beter is om voor een individueel aangepast traject te kiezen. 

Indien de aanpassingen onredelijk zijn of onvoldoende blijken voor het volgen van het gemeenschappelijk curriculum, stelt het CLB in consensus een “verslag M-decreet” op dat toegang verleent tot het BuSO. Er blijven dan twee mogelijkheden over: 
  • Een Individueel aangepast curriculum (IAC) Als de ouders kiezen voor een IAC zal de leerling worden ingeschreven voor een gedeelte van het normale programma. Op het einde van het schooljaar krijgt de leerling dan geen A-, B- of C-attest maar wel een attest van verworven bekwaamheid. Zo’n IAC kan alleen als de klassenraad zijn instemming verleent, en onder ontbindende voorwaarden. Dat wil zeggen dat er op het einde van het schooljaar bekeken wordt of deze maatregel voor de school al dan niet werkbaar was. 
  • De overstap naar het BuSO

ILB: Interne leerlingenbegeleiders

Per graad is er een leerlingenbegeleider. Elke leerlingbegeleider is ook leerkracht in die graad en staat dus ook nog voor de klas. Dat maakt dat hij/zij veel voeling heeft met de lespraktijk, maar ook met de noden van de leerlingen én de leerkrachten.  
 
Onze leerlingenbegeleiders willen makkelijk aanspreekbaar zijn. Je vindt ze vaak op de speelplaats tijdens de pauze. Je leert ze de eerste schooldag kennen. Dan tonen we je ook de weg naar hun eigen vast lokaaltje. 
 
Onze leerlingenbegeleiders zijn eerst en vooral een luisterend oor  om zo de noden van de leerling te bepalen. Zij zijn opgeleid om leerlingen met faalangst, motivatieproblemen, socio-emotionele problemen, gedragsproblemen te begeleiden. 
 
Omdat zij aanwezig zijn op alle voltallige klassenraden van hun graad kunnen zij daar de nodige informatie geven (binnen hun discretieplicht) en samen met de leerkrachten de beste omkadering en maatregelen voorzien.
 
Wekelijks zit de cel leerlingenbegeleiding samen. Dat zijn alle leerlingenbegeleiders, de directeur leerlingenzorg en het CLB-anker. Zij bespreken dan individuele leerlingen en geven elkaar advies voor de beste aanpak. Ook de ondersteuners van ONWOB vervoegen de cel als zij een leerling die zij begeleiden, willen bespreken.

Leercoach

Vijf wordt zeven
Leerlingen van de derde graad bij wie je tijdens de middagpauze steeds terecht kan om uitleg te vragen over de leerstof. Deze leerlingen zullen in hun eigen bewoording trachten te antwoorden op je concrete vragen. Je hoeft geen afspraak te maken. De leerlingen staan steeds klaar om je te helpen.
Ze helpen je om van een 5 op 10 een 7 op tien te maken.
Coaching faalangsttraject
De begeleidende leerkracht creëert samen met jou een atmosfeer van vertrouwen waarin iedereen vrij kan praten over wat hem/haar dwarszit.
Vervolgens proberen we, via een individueel gesprek, te achterhalen wat jouw grootste nood is. 
In de samenkomsten die volgen, gaan we dan op deze noden in. Dit gebeurt in groep, want dikwijls kunnen andere leerlingen steun en tips geven. Zo voel je dat je niet alleen staat. Tijdens samenkomsten kunnen de leerlingen ventileren terwijl de leerkracht luistert en relativeert ... Je krijgt tips tegen uitstelgedrag en leren leren aan de hand van een vak dat je kiest en meebrengt.
We doen ook aan mindfulness door meditatie.
Coaching schrijf- en spellingsproblemen
We bieden een individuele ondersteuning aan, aangepast aan jouw persoonlijke behoeften. De begeleidende leerkracht helpt je op organisatorisch en inhoudelijk vlak: studiemethode, planning, extra oefeningen, herhalen van spellingsregels of andere leerstof. De begeleidende leerkracht is ook je vertrouwenspersoon. Indien nodig is zij ook tussenpersoon voor overleg met de leerkrachten, zodat dyslexiemaatregelen zo correct mogelijk worden gerealiseerd.
Leercoaching

Wat als het studeren voor verschillende vakken tegenvalt, en als de info over 'leren leren' van de vakleerkrachten niet voldoende blijkt te werken? Dan kan een leercoach helpen. Samen met jou zoeken we naar wat leren voor jou moeilijk maakt: welbevinden, planning, structuur, orde, studiemethode, aandachtstoornis, ...? En uiteraard zoeken we naar methoden om met deze oorzaken aan de slag te gaan.

In sommige gevallen passen we die methoden na de schooluren samen toe in de begeleide avondstudie.

Coaching cognitief sterk functionerende leerlingen

Binnenklasdifferentiatie. Dat is omgaan met verschillen tussen leerlingen in een klas op een proactieve, positieve en planmatige manier om te komen tot verhoogde motivatie, welbevinden, leerwinst en/of leerefficiëntie.

Zeppelin-project. De leerlingen die daarbij aansluiten, volgen het ganse jaar een traject dat hen langs verschillende modules voert. In zo’n module werken de leerlingen enkele weken lang (twee lesuren/week) onder begeleiding van een coach rond een thema. De gemiste lessen halen ze zelfstandig in. Uiteraard krijgen toetsen steeds voorrang op het Zeppelinactiviteit.
Welke modules de leerlingen doorlopen, hangt af van het jaar waarin ze zitten. Tijdens hun 6-jarige carrière op HDC willen we hen van een zo ruim mogelijk gamma aan thema’s en werkvormen laten proeven. Een greep uit het aanbod: recht, sterrenkunde, filosofie, improvisatietheater, evolutietheorie, keramiek …. Enkele modules die zeker verplicht zijn: studiemethode voor cognitief sterk functionerende leerlingen; omgaan met perfectionisme en faalangst; en ontspanningstechnieken.

In uitzonderlijke omstandigheden volstaat het aanbod van binnenklasdifferentiatie en Zeppelin niet.  Er kan dan een bijzonder individueel traject aangevraagd worden bij de directeur leerlingenzorg. Noden en mogelijkheden worden verkend en naast mekaar gelegd. De klassenraad buigt zich vervolgens over het voorstel en zal hierover stemmen. 
In een dergelijk individueel traject kan de klassenraad aan de leerling vrijstelling verlenen van het bijwonen van lessen zodat de leerling extra verbreding kan krijgen via vakken in andere studierichtingen of via onderwijs buiten de school (vanaf het vijfde jaar aan de UCLL, vanaf het zesde jaar aan de KULeuven).

LEMO
LEMO staat voor LEercompetenties en MOtivatiekenmerken van leerlingen. We zetten het LEMOtraject in bij leerlingen van de tweede en de derde graad, als we het gevoelen hebben dat ze vast zitten.  
Aan de hand van een digitale vragenlijst en een feedbackrapport geven we de leerlingen zicht op hun motivatie voor leren en op hun leercompetenties: hoe verwerk ik de leerstof? Maak ik gebruik van interne of externe sturing? Wat is mijn zelfbeeld over mijn leren? Studeer ik omdat het moet of omdat ik het wil? 
Op basis van het feedbackrapport met bijhorende tips, vult de leerling een reflectiedocument in. Zo probeert hij/zij het resultaat van de test te concretiseren: wat betekenen de resultaten voor mij? Wat doe ik al goed? Welke tips kan ik gebruiken? Dit alles om te komen tot enkele concrete werkpunten waarop zij/hij wil focussen. 
Een leerkracht coacht de leerling individueel bij de opvolging van zijn/haar werkpunten. 

Cognitief sterk functionerende leerlingen

Binnenklasdifferentiatie. Dat is omgaan met verschillen tussen leerlingen in een klas op een proactieve, positieve en planmatige manier om te komen tot verhoogde motivatie, welbevinden, leerwinst en/of leerefficiëntie.

Zeppelin-project. De leerlingen die daarbij aansluiten, volgen het ganse jaar een traject dat hen langs verschillende modules voert. In zo’n module werken de leerlingen enkele weken lang (twee lesuren/week) onder begeleiding van een coach rond een thema. De gemiste lessen halen ze zelfstandig in. Uiteraard krijgen toetsen steeds voorrang op het Zeppelinactiviteit.
Welke modules de leerlingen doorlopen, hangt af van het jaar waarin ze zitten. Tijdens hun 6-jarige carrière op HDC willen we hen van een zo ruim mogelijk gamma aan thema’s en werkvormen laten proeven. Een greep uit het aanbod: recht, sterrenkunde, filosofie, improvisatietheater, evolutietheorie, keramiek …. Enkele modules die zeker verplicht zijn: studiemethode voor cognitief sterk functionerende leerlingen; omgaan met perfectionisme en faalangst; en ontspanningstechnieken.

In uitzonderlijke omstandigheden volstaat het aanbod van binnenklasdifferentiatie en Zeppelin niet.  Er kan dan een bijzonder individueel traject aangevraagd worden bij de directeur leerlingenzorg. Noden en mogelijkheden worden verkend en naast mekaar gelegd. De klassenraad buigt zich vervolgens over het voorstel en zal hierover stemmen. 
In een dergelijk individueel traject kan de klassenraad aan de leerling vrijstelling verlenen van het bijwonen van lessen zodat de leerling extra verbreding kan krijgen via vakken in andere studierichtingen of via onderwijs buiten de school (vanaf het vijfde jaar aan de UCLL, vanaf het zesde jaar aan de KULeuven).

Buddy-project

Onze school neemt al jaren deel aan het Buddy-project. Dit is een initiatief van de stad Leuven waarbij jongeren uit de eerste graad hulp krijgen van een naschoolse studiebegeleider. Deze begeleiders of buddy’s zijn vrijwilligers en studenten van de lerarenopleiding. Ze zorgen voor vakinhoudelijke begeleiding en inspireren en motiveren de leerlingen die daar nood aan hebben.

Een buddy komt twee keer per week langs voor een sessie na de schooluren.

Leerlingen worden hiertoe uitgenodigd in overleg tussen de school, de leerling en de ouders.

Stille ruimte

In de stille ruimte vind je een stoel als je moe bent, hoop als je verdwaald bent, geloof als je twijfelt, troost als je verdrietig bent, rust als je over je toeren bent. Daar kan je zijn zoals je bent. Even stilstaan, de rust inademen, tot rust komen.

Taalondersteuning anderstalige nieuwkomers

We bieden ex-OKAN’ers begeleiding op maat: een individuele, gerichte ondersteuning van hun noden. Samen zoeken we de pijnpunten van taal op in alle vakken en sturen we gericht bij door middel van visualisatie, in context leren, het aanleggen van begrippenlijsten ... Schrijf- en spreekopdrachten worden ondersteund uitgewerkt, ingeoefend en bijgestuurd waar nodig. Naast aandacht voor Nederlands in vakken, is er ook aandacht voor taal en welbevinden binnen het schoolleven

Begeleidingsplan

Bij ernstige of aanhoudende tekorten (in de loop van het trimester of na een examenreeks) zal de vakleerkracht een begeleidingsplan opstarten. Na een analyse van de tekorten door vakleerkracht, leerling(e) en ouders zal je van de leerkracht een persoonlijke en specifieke begeleiding krijgen: extra oefeningen, lesvoorbereidingen laten nakijken …

Avondstudie

Na de schooldag kan je nog in de avondstudie blijven van 16.20 uur tot 17.30 uur (niet op woensdagnamiddag en niet op vrijdagavond). Je studeert en werkt er in een rustige sfeer waar een medewerker toezicht houdt. Ideaal voor wie wat extra structuur en steun van medeleerlingen kan gebruiken.

CLB

‘CLB’ staat voor ‘Centrum voor Leerlingenbegeleiding’. Het is een aparte organisatie van professionele leerlingenbegeleiders. Eén van die leerlingenbegeleiders komt wekelijks naar HDC. Dat is ons CLB-anker: liesbeth.taminau@vclbleuven.be

Dankzij het wekelijks overleg is het vaste CLB-anker op de hoogte van de begeleiding van individuele leerlingen of klassen. Door deze wisselwerking kan snel overgeschakeld worden en doorverwezen worden naar andere specifieke professionele ondersteuning.
Het CLB heeft ook een signaalfunctie op school: detecteren en signaleren van punten in het zorgbeleid waar de school mogelijk nog wat in kan groeien. Het CLB-anker participeert ook in overlegstructuren om het zorgbeleid verder uit te werken en nascholingen aan te bieden.
 
Er is natuurlijk ook de samenwerking met CLB-artsen voor medisch onderzoek, inentingen en corona.
HDC Leuven
Oude Markt 28, 3000 Leuven
+32 (0)16 22 27 92